Woordenlijst Klaagliederen 3

Community
52
Hebrew
1
52 Custom
Woorden Klaagliederen 3:1-24 Hebreeuws - Nederlands

Vocabulary

Question Answer
גֶּ֫בֶר man.
עֳנִי ellende, lijden, armoede.
עֶבְרָה overmaat, woede, toorn.
נהג (qal) leiden, drijven.
חֹ֫שֶׁךְ duisternis.
בלה (qal) oud zijn, versleten zijn, (pi) oud maken
נקף (qal) rondgaan, (hi) omringen
רֹאשׁ, רוֹשׁ gif, gal, bitterheid.
תְּלָאָה moeite, tegenspoed.
מַחְשָׁךְ duistere plaats.