Woordenlijst Psalm 113
Woorden Hebreeuws - Nederlands psalm 113
Vocabulary
Question | Answer |
---|---|
ברךְ (qal) | knielen, zegenen, prijzen |
ברךְ (pi‘el) | zegenen, prijzen (pu‘al) gezegend worden, geprezen worden |
מִזְרָח | opgang (van de zon), het oosten. |
מָבֹוא | komst, toegang, ondergang (van de zon), het westen. |
הלל | (pi‘el) juichen, prijzen, (pu‘al) geprezen worden |
גבהּ | (qal) hoog zijn, verheven zijn, (hif‘il) hoog maken, verheffen. |
שׁפל | (qal) laag zijn, (hif‘il) hoog maken, verheffen. |
דַּל | arm, zwak, gering. |
אַשְׁפֹּת | ashoop, afvalhoop, mesthoop. |
אֶבְיֹון | arm, behoeftig. |